Brief aan BenW over de Briëthuizen

Middelburg, 22 februari 2021 

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Middelburg,
Postbus 6000 4330LA MIDDELBURG

Geacht College,

De Stichting Vrienden van Middelburg, opgericht op 28 juni 1988, met als statutaire doelstelling ‘Het bevorderen van het behoud van Middelburg als monumentenstad’, tekent hierbij bezwaar aan tegen uw besluit tot het niet-aanwijzen van de Paul Briëtwoningen in de wijk ’t Zand in Middelburg als gemeentelijk monument.

Wij onderschrijven de conclusie van het door Rothuizen verrichte bouwhistorisch onderzoek dat de wijk als ‘hoog monumentaal’ waardeert. Tevens sluiten wij ons evenzeer aan bij het advies van de Walcherse Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (WARK) van 12 november 2020, dat de wijk een plaats op de lijst van gemeentelijke monumenten verdient. In lijn met deze conclusie en met dit advies achten wij het onjuist dat u de Paul Briëtwoningen niet aanwijst als gemeentelijk monument.

Naast genoemd onderzoek en advies moge ter toelichting op ons standpunt nog het volgende dienen:

– Ir. P. Verhagen, regisseur van het Middelburgse reconstructieplan, oordeelde in 1943 over het complex van Briëtwoningen: ‘het woonwijkje is […] geworden tot een van de beste in ons Vaderland: ik weet zelfs geen woonwijk met meer karakter en aangenamer van stemming: op en top wat het wezen moet’ (K. Bosma (red.), Architectuur en stedebouw in oorlogstijd, Rotterdam 1988).

-Elders valt te lezen dat het gaat om ‘een van de eerste gestandaardiseerde volkshuisvestingsprojecten in Nederland’ (D. van Gelder, De wederopbouw van Middelburg, in: Zeeland, jg. 28 nr. 2 (2019)).

-De wijk is in zeker opzicht ook te beschouwen als monument van de Tweede Wereldoorlog, zoals uiteengezet door ons bestuurslid Gerrit Schoenmakers, onder andere op onze website (www.vriendenvanmiddelburg.nl).

De volgende overwegingen brengen wij graag onder uw aandacht:

-Middelburg is als monumentenstad meer dan alleen de monumentale binnenstad (alsmede de singels en de Noordweg). Ook sommige buitenwijken zoals de Bomenbuurt (onderdeel van de Griffioen) en zeker ook het bewuste deel van ’t Zand maken deel uit van het cultureel erfgoed van Middelburg. In het geval van de Bomenbuurt is dat erkend door middel van de aanwijzing als gemeentelijk monument; voor de Briëtwoningen zou dat ook moeten gebeuren. Een dergelijke erkenning geeft ook een belangrijke impuls aan de geestkracht van de wijk.

-‘In geschiedenis kun je niet wonen’, aldus wethouder J. Aalberts (in: PZC 27 januari 2021). Natuurlijk kan men wel in geschiedenis wonen. De complete Middelburgse binnenstad is daar het sprekende bewijs van. Bewoners wonen daar graag en geriefelijk, en bezoekers komen daar in steeds groteren getale vol bewondering naar kijken. Maar een historische binnenstad en historisch betekenisvolle buitenwijken vereisen wel verantwoordelijkheid. En op dat punt is Woongoed Middelburg als eigenaar van de Briëtwoningen te kort geschoten. De woningen zijn door jarenlang volgehouden improviserend onderhoud verwaarloosd, waardoor het begrijpelijk is dat een deel van de bewoners nu problemen heeft met de leefomstandigheden. Met uw besluit tot het niet-aanwijzen van de Briëtwoningen als gemeentelijk monument ‘beloont’ u dit improviserend onderhoud door Woongoed Middelburg, met als uiteindelijke ‘kroon op het werk’: sloop!

-‘Bewoners zijn belangrijker dan huizen’, aldus wederom wethouder Aalberts, verwijzend naar het feit dat de woningen in kwestie geen gezond leefklimaat zouden vormen (in: PZC 27 januari 2021). Niemand, ook de voorstanders van behoud niet, wil(len) mensen in ongezonde huizen laten wonen. Het was nota bene de Middelburgse stadsgeneesheer dr. S.S. Coronel die al in de negentiende eeuw ten strijde trok tegen ongezonde woonsituaties in Middelburg. Het ongezonde klimaat is in het geval van de Briëtwoningen deels veroorzaakt door bovengenoemd gebrekkig onderhoud, anderzijds door het zout ten gevolge van de oorlogsinundatie. Maar het is ook gelukt om de vooroorlogse wijken in Nieuw-Middelburg, evenzeer slachtoffer van zout, leefbaar te maken en te houden. Die uitdaging zou Woongoed Middelburg ook (hebben) moeten aangaan in het geval van de Briëtwoningen.

Tenslotte: mocht onverhoopt de door ons bepleite plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst niet gerealiseerd worden en sloop dreigen, dan zullen naar ons oordeel tenminste de meest karakteristieke onderdelen van de wijk behouden dienen te worden, te weten de dwarsstraten Burgerweidestraat en Baarsjesstraat, alsmede de oudste kern van de wijk, te weten de al in 1941 gebouwde 13 woningen aan de Oude Koudekerkseweg.

Hoogachtend,

A.P. de Klerk (wnd. voorzitter)

Th.A.M. Rietveld (secretaris)